spel inkleding

Sam en Noor hebben hun wereldreis afgemaakt maar ze hebben nog totaal geen idee welke sport ze nu uiteindelijk willen gaan doen. Daarvoor hebben ze hulp nodig van de kindjes.

Speluitleg

De kindjes worden opgedeeld in 8 groepen, elke groep bevat 7 tot 8 kindjes. Elke groep krijgt een sport: 

• Voetbal

•  Basketbal

• Tennis

• Atletiek

• Hockey

• Tafeltennis

• Wielrennen

•  Badminton

We delen de activiteit op in twee fases:

Fase 1: Ronde van de Wereld: In deze fase werken we met stations. Elke groep is steeds met een station bezig en als dit afgelopen is schijft iedereen door naar het volgende station. Bij elk station worden de tijden of aantal bij gehouden. Op het einde wordt er uitgeteld hoeveel punten elke sport krijgt. De winnaar krijgt 8 punten, de 2de 7 punten, 3de 6 punten, …

Stations: 

• Voetbal – Penalty Shoot-out
  Er wordt een goal bepaald (met kegels, kledingstukken of …) hierna moeten de leden van het groepje allemaal achter elkaar gaan staan. Een voor een is het de bedoelingen dat ze 5 rondjes draaien rond hun eigen as en dan zo hard mogelijk naar het doel trappen en proberen te scoren. (Moest dit te moeilijk zijn kan het rond eigen as draaien altijd weg gelaten worden). Bij dit station worden het aantal doelpunten geteld die elk ploegje maakt. Bij de ploegjes waar dat er maar 7 kindjes zitten mogen iemand kiezen die 2x gaat

• Basketbal – Dribbel-estafette
  Er gaat een parcours opgesteld worden van  3 kegels, het is de bedoeling dat de kindjes tussen deze 3 kegels slalommen en daarna langs de kegels terug dribbelen en de bal doorgeven zo tot aan het einde. Ploegjes met 7 kindjes moeten iemand aanduiden die 2x gaat. Bij dit station wordt de totale tijd bijgehouden.

• Tennis – Groepsrally
  Alle spelers gaan weer op en rijtje staan, de eerste speler gooit de bal zo hoog mogelijk in de lucht, de volgende speler moet de tennisbal vangen of zo snel mogelijk oprapen en hetzelfde doen tot iedereen de bal gevangen heeft. De laatste speler moet de bal nog eens in de lucht gooien waarna de eerste speler deze weer moet opvangen. Bij groepen van 7 moeten de kindjes iemand aanduiden die 2x gaat.

• Atletiek – 4×50 m estafette
  Een klassieke estafette, de totale tijd wordt opgeschreven en bij groepen met maar 7 kindjes moet er iemand 2x gaan.

• Hockey – Doelschot-Challenge
  Er wordt een kegel geplaats. Net zoals bij de voetbal moet elke speler 1x slaan tegen de bal. Het is de bedoeling dat ze de kegel raken met de bal. Het aantal “scores” wordt opgeschreven en bij groepen met maar 7 kindjes moet er iemand 2x gaan.

• Tafeltennis – Serveer-Target Battle
  Op tafel gaat er een roos afgeplakt worden. De kindjes moeten 1 voor 1 slagen tegen het pingpong balletje (of gooien) en waar het balletje voor de eerste keer bots is de score. (Roos 3 punten, binnen cirkel 2 punten, buiten cirkel 1 punt en er naast 0 punten). De totale punten worden bijgehouden. Bij groepen van 7 moeten de kindjes 1 iemand kiezen die 2x gaat

• Fietsen (Hula-Hoop) – Hoop-Spin Marathon
  De spelers gaan achter elkaar in een rijtje staan. Ze moeten een voor een hula-hoopen en de totale tijd wordt opgeschreven. Spelers met maar 7 kindjes moet iemand 2x gaan.

• Badminton – Shuttle-toss Challenge

  • Startsein
    Op “GO!” tikt Speler 1 de shuttle zachtjes omhoog met zijn racket en speelt ‘m naar Speler 2.

  • Vangen & doorgeven
    Iedere speler moet de shuttle één keer zacht vangen op zijn racket (niet met de hand!), en vervolgens direct doorspelen naar de volgende in de rij.
    Als de shuttle valt, pakt de speler hem zónder twee handen te gebruiken (→ alleen het racket) op en geeft snel weer door.

  • Doortikken
    De bal gaat zo rond en rond, zonder pauze, totdat de 4 minuten om zijn.

  •  Tellen
    Tel tijdens het spelen elke succesvolle vang-en-tiks (dus elke keer dat iemand de shuttle vangt én doorspeelt).
    Je mag blijven tellen na een val; de teller loopt gewoon door.

  • De totale tijd wordt bijgehouden en bij groepjes van 7 moeten de kindjes 1 iemand kiezen die 2x gaat.

Fase 2: We hebben nu gezien dat de sporten allemaal hun eigen kwaliteiten konden laten zien, maar kunnen ze ook overleven? We gaan in fase 2 kleine spelletjes spelen. De x aantal overblijvers krijgen een punt voor hun sport. Of een groepje wint.

Spelletjes:

• Touw trekken, elke groep zal tegen een andere groep touwtrekken. Uiteindelijk zullen 4 groepjes een punt krijgen

• Tikkertje slinger, een moni zal starten als tikker. Als iemand getikt is komt die mee in de slinger. Als er een slinger van 8 persoon is mag deze splitsen in 4 en 4.

• Schoentrappen, iedereen moet zijn schoen zover mogelijk trappen.

• Meer spelletjes kunnen bedacht worden on the fly