Materiaal
- fietsbanden
@Niels Dewanckel
Uitleg
- dikke Bertha: de dikke Bertha (pers in midden) roept wie is er dikker Bertha en dan mogen de andere overlopen. Wanneer de dikke Bertha iemand kan opheffen ( misschien tikken in de eerste ronde) dan moet die persoon mee dikke Bertha zijn. Dit herhaalt zich totdat er nog maar 1 iemand over blijft.
- allemaal door een band kruipen die vastgehouden wordt door de winnaar van het vorige spel, de verliezer (de persoon die het laatst door de band is) krijgt ook een band en gaat als volgende in de rij staan.
- 2 groepen en 1 iemand in het midden: iedereen per groep krijgt een nummer, de moni roept een nummer/ nummers en die mogen die persoon naar hun kant trekken, wie het eerste de persoon aan hun kant krijgt, wint. STOPWOORD: appelsien
- iedereen haakt in elkaar in in een grote kring en 1 iemand probeert iedereen uit de kring te trekken.
- Outbreak: Iedereen staat arm in arm in een cirkel. Iemand staat binnen de cirkel. Het is de bedoeling dat die er uit geraakt. De rest probeert hem zo goed mogelijk tegen te houden. Krabben, schoppen, bijten is verboden, evenals de persoon die er in of uit moet geraken tegenhouden. ;
-iedereen haakt in in elkaar en gaat op hun buik liggen. 1 iemand gaat proberen om
iedereen uit de keten te halen door aan hun voeten/benen te trekken.
-Rollend Tapijt De leden liggen naast elkaar op hun buik, zo dicht mogelijk tegen elkaar. De achterste rolt over alle ruggen heen tot helemaal vooraan en legt zich naast de eerste. Zo gaat het spel door tot er “flipcheck” geroepen wordt, dan moet iedereen een koprol maken en zo snel mogeljik terug op hun lijn gaan liggen, maar in de andere richting rollen.
- Vragen aan de kinderen wat zij willen doen
Details
1 uur
1 groep
Van 9 tot 18 jaar
Van 4 tot 99 spelers
Materiaal
- fietsbanden